Bijdragen van Tom Mulder
Geheugen van de Amsterdamse tram

<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

Tramcolumn 51

Share |

Toen was alles nog grijs (010310)
door Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl
foto's Hans de Haan - hansdehaan@amsterdamsetrams.nl

Toen de (dubbel)gelede trams nog piepjong waren, waren het uiterlijk geheel andere trams dan in de laatste jaren van hun bestaan. Iedereen weet nog, dat ze uiterlijk grijs en veel later geel waren. Sommige wagens van alle latere series werden ook nog eens blauw en wit.

Opvallend is, dat juist een wagen van de aan het einde van hun bestaan verkerende LHB-serie, de 767, als proefwagen voor de nieuwe kleurencombinatie diende. Terwijl juist deze opvallende kleuren ervoor zorgde, dat de tram heel goed en veilig opviel in het verkeer. Geel was zo’n gewone openbaar vervoerkleur geworden.

Alle NS-streekbussen en de NS-treinen waren ook al geel en nu heb ik het nog niet eens over de kleuren van het andere openbaar vervoermaterieel in andere delen van het land. Maar terug naar de beginjaren van de gelede trams. Want het lijkt nu achteraf of bijna alles werd veranderd. Als we aan de buitenkant beginnen, zijn het natuurlijk de extra knipperlichten op de koppen van de gelede trams, die er niet waren. Wat vonden we de achterlichten in het begin niet prachtig. Als we helemaal teruggaan naar de begintijd van de enkelgelede trams is misschien wel grappig te vermelden, dat de richtingaanwijzers eerst vertikaal knipperden!

In de eerste jaren van hun bestaan had de eerste serie van de kleine geledes ook nog eens grotere koplampen. Toen de conducteurs werden afgeschaft, veranderde ook het innerlijk van de kleine gelede wagens omdat de conducteurs plaatsen verdwenen. De grotere geledes volgden in latere jaren. Deze wijzigingen had het GVB natuurlijk nooit moeten doen. Je voelde je in een conducteurloze tram nooit meer veilig. En ik vraag me af of er een werkelijke economische besparing volgde. Ik betwijfel het. Want tegenwoordig, in de tijd van de conducteurs, hoor je niemand meer over zwartrijders. En in de conducteurloze tijd waren er heel veel. Bij de uitgangen waren er ook stangen gekomen, waarop het knopje zat om de deuren te openen. Daarvoor gebeurde de opening en de sluiting van beide achterdeuren door de conducteur en de bestuurder, die beide voorste deuren bediende. Het bedieningspaneel van de bestuurders veranderde, het schakelwiel keerde terug en de stoelen en banken werden weer veel minder comfortabel.

Er bevond zich destijds nog een handrem in de bestuurderscabine, die later verdween. En het meest opvallende waren de lijnfilms, waarvan het lettertype wijzigde en waar het aantal tramlijnen opvallend toenam met tramlijnen waar we nog nooit van hadden gehoord. Maar door de nieuwe lijnfilms zagen de trams er wel stoerder uit. In de oude gelede wagens keerde helaas de conducteurs niet meer terug. Want toen waren deze gelede wagens al naar het hiernamaals voor trams vertrokken. Na opvallend veel branden terwijl je toch dacht, dat deze trams nooit konden branden. Maar alles bij elkaar zorgde deze serie van eerste gelede wagens ervoor, dat er nu nog steeds veel trams in Amsterdam tijden. En we kunnen met zijn allen zeggen, dat we er heel veel ritjes hebben ingezeten. Want dat kon al vanaf 1957.

Eventuele fouten voorbehouden (red.)

 
<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

omhoog

laat een berichtje achter

 

Bezoekersteller

eXTReMe Tracker