Bijdragen van Tom Mulder
Geheugen van de Amsterdamse tram

<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

Tramcolumn 26

Share |

Drie-assers (250809)
door Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl

Hoewel de blauwe wagens voor mijn gevoel thuis hoorden op de lijnen 3, 10 en 16 was het natuurlijk helemaal fantastisch toen ze vanaf de winterdienst van 1963 over het hele net van het GVB werden verspreid. Toen waren ze in algemene zin van de gewone dienst van lijn 3 al lang verdwenen. Gelukkig kwamen ze later terug in de extra diensten en later in 1967 zelfs in een gewone dagdienst, toen die rond een rond een uur of een verscheen, en die na de spits weer verdween. Het was toen de 8e dienstwagen.

Op lijn 3 reden toen nota bene de drie-assers en een paar dubbelgelede wagens. Ik was vast niet de enige, maar ik had een ongelofelijke hekel aan de drie-assers. Ik vond ze ongezellig, koud in de winter, langzaam, ze hadden maar weinig ruimte en hadden een vreemde plaatsindeling en je kon niet meegenieten van de kwaliteiten van de bestuurders. Ik kan me nog herinneren, dat ik voor de eerste keer met mijn vader in een drie-asser zat.


Remise Havenstraat met wachtwagens en spitsuur drie-assers
Foto: Hans de Haan

Dat was op het Roelof Hartplein op lijn 24. De drie-assers waren toen pas nieuw! Er was een ding waar ik wel van onder de indruk was in de drie-assers. Dat was de signalering voor de passagiers. Dat zag er wel zo supertechnisch uit. Als de conducteurs via de signaleringskast groen licht gaf, was dat voor de bestuurders het teken om te gaan rijden. De conducteur bediende deze signalering vanaf de conducteurplaats. En wat je in de cabine in twee lampen tegen het plafond zag, zag ook de bestuurder. Recht voor de bestuurder waren ook twee lampen aangebracht, die een kopie waren van de lampen in de passagiersruimte. Maar als kind besefte je niet, hoe die groene en rode lamp konden branden. In die meer dan 30 jaren, dat de drie-assers door de Amsterdamse straten reden, is er technisch aan de drie-assers het een en ander veranderd. We hadden het onlangs al over de treeplanken bij de in en uitstapdeuren, die in eerste instantie automatisch waren, maar binnen tien jaren werden veranderd in vaste treden. Technisch zullen er ook wel veel veranderingen hebben plaatsgevonden. Uiterlijk vond in de 60-er jaren de grootste wijziging plaats. De drie-asser filmkastjes met daarin de schuin weergegeven eindbestemmingen werden vervangen door filmkasten, die net zo groot waren als de filmkasten van de gelede wagens. Hierdoor konden de beugelcijfers vervallen en dat scheelde weer veel werk in de remises. En opnieuw vond ik de wijzigingen afschuwelijk!

VERVOLG DIASHOW: DE BOLKOPPEN VAN TOM MULDER

5 willekeurige afbeeldingen
Alle foto's gemaakt door Tom Mulder in de jaren '90
Voor het bekijken van deze foto's is een Flash Player vereist

Want het leukste aan de drie-assers waren nu juist de filmkastjes, waar later en in de meeste gevallen het lijnkleurenkastje op werd gemonteerd. Juist de filmkast met de gestileerde eindbestemming op de drie-assers was zo leuk. Je kunt je bijna niet voorstellen, dat er drie-assers zonder bijwagen op pad werden gestuurd. Ze reden ‘los’ op lijn 1,2,4,5,17,27 en als wachtwagen. Moet je voorstellen, hoe dat tijdens drukke spitsuren moet zijn geweest! Tijdens de verbouwing van de enkelgelede wagens tot dubbelgelede wagens reden ze zelfs de hele dag en avond op lijn 1. 15 jaar daarvoor reden ze ook de hele dag en avond zonder bijwagen op lijn 4 en lijn 17.
Ja, het was afzien als passagier in deze moderne naoorlogse trams, die van de Amsterdamse gemeenteraad nog niet mochten worden gesloopt en als schroot op elkaar werden gestald in afwachting van betere tijden………..…...

 

Eventuele fouten voorbehouden (red.)

 
<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

omhoog

laat een berichtje achter

 

Bezoekersteller

eXTReMe Tracker