Bijdragen van Tom Mulder
Geheugen van de Amsterdamse tram

<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

Tramcolumn 140

Share |

DRIEASSERS - DE TE TRAGE TRAMSERIE (181211)
door en met foto's (tenzij anders vermeld)van Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl

Of je nu wilt of niet, als je een stukje schrijft over de Amsterdamse drie-assers lukt dat bijna niet zonder in de lach te schieten. Terwijl mijn computer en ik toch bijzonder serieuze wezens zijn, die een verhaaltje over de GVB-drieassers te belangrijk vinden om daar niet serieus mee bezig te zijn. Iedereen weet dat Amsterdam in 1948 voorzichtig met nieuwe trams werd geconfronteerd. 60 Motorwagens en 50 bijwagens zouden worden geboren.


GVB 499+987  - Lijn 3 Marnixplein - 25 augustus 1963
Collectie: Wim Ballman - foto Tom Mulder

De drieassers zagen er in het begin echt mooi uit. Helemaal vergeleken met de oude tramseries. Omdat wij Amsterdammers nooit werden verwend met kwalitatief ijzersterke trams, behalve de ouderwetse blauwen heel misschien, leek de komst van de drieassers een totaal nieuw en boeiend hoofdstuk in de Amsterdamse tramgeschiedenis. (Een voorbeeld van ijzersterke trams in de oude tijd waren onder meer de Rotterdamse vierassers en de Haagse (meest) vierassige 800-en). Ik moet toegeven, dat de drieassers het levenslicht zagen in een erg donkere tijd.


GVB 523+958 - Lijn 25 Weteringplantsoen ca 1962
Collectie: Wim Ballman - foto Tom Mulder

De oorlog was net afgelopen en armoede was troef in de Nederlanden. Het was een wonder, dat Werkspoor in Utrecht nieuwe trams kon leveren. Al voor de oorlog werd over nieuwe trams gesproken. Er was ook een groot verschil met de klassieke Amsterdamse twee-assers. De drie-assers hadden gesloten deuren en keurige zitplaatsen voor de passagiers en het personeel. De zitplaatsen waren typisch ingedeeld. Zowel in de motor- als in de bijwagens in het voorste deel van de trams waren zij moeilijk bereikbaar. De conducteur bediende de instap en uitstapdeuren en hield de deursignalering in de gaten. Het grote nadeel waren de erg zwakke motoren.


Detail GVB 496+ Lijn 10 Frederiksplein 1964
Collectie: Wim Ballman - foto Tom Mulder

Als je ging lopen was je er sneller. In het drieasserbestaan is heel veel gewijzigd. Om eens te beginnen met de in- en uitstaptreden, die eerst aan de haltes in en uitklapten bij het openen en sluiten van de deuren. Al in de tweede helft van de jaren ’50 werden die treden verwijderd en vastgezet. In de 60-er jaren verhuisde de meeste lijnkleurglaasjes naar de daken. Om welke reden? Natuurlijk zocht het GVB naar oplossingen voor het vele werk, die de ouderwetse drieassers de remisewerknemers gaven in vergelijking met al die nieuwe geledes. Zoals de de lijncijfers in de beugels. ‘Gelede films’ kwamen hiervoor in de plaats, nadat de koppen van veel drieassers waren verbouwd en een stuk groter waren geworden. Het droeg niet bij tot de schoonheid van de motorwagens.


Detail beugelcijfer en filmkast GVB 507 - Lijn 1 - Leidseplein 13 januari 1963
Collectie: Wim Ballman - foto Tom Mulder

De beugelcijfers kwamen uiteraard te vervallen. Ik zie nog zo de 494 als eerste met een nieuwe filmkast de Havenstraat uitrijden. Met 60 motorwagens heb je voor de wijzigingen veel tijd nodig! In de 60-er jaren kon het GVB in België (?) tweedehands verwarmingsplaten kopen, die in de drieassers tegen de plafonds werden bevestigd. De enige verwarming daarvoor waren de verwarmingsplaten voor de voeten van de bestuurders en de conducteurs. Die meestal door de schoenen van het personeel heen brandden. Er werden ook nog wijzigingen uitgeprobeerd en niet algemeen vervolgd, zoals uiterlijke veranderingen van in- en uitstapdeuren. Maar opnieuw. Met welk doel?


GVB 939+963 - Lijn 13 Eindhalte Slotermeer - 60-er jaren
Foto: Henk Graalman

Opvallend waren bij de drieassers de weinig grote schade gevallen. De enige reden daarvoor was de traagheid van de drieassers. Als de plannen van het GVB waren uitgevoerd, hadden we de drieassers in heel andere tramcombinaties kunnen zien. Onder meer als bijwagen van de kleine geledes, waar proeven mee werden genomen. De proefgelede was de kleine 580. Maar bij deze nachtelijke proefrit van deze combinatie is het gelukkig gebleven. Daarna kon de 580 weer naar bed.

Eventuele fouten voorbehouden (red.)

 
<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

omhoog

laat een berichtje achter

 

Bezoekersteller

eXTReMe Tracker