Historie van tramlijn 27
Geheugen van de Amsterdamse tram

Share |

door: Cor Fijma

“Het beestje moet een naam hebben’ was te lezen op een plukfolder die het GVB in 1967 verspreidde in zijn trams en autobussen. Nu, dat was niet aan dovemansoren gericht. Het regende namen, maar wat was “het beestje”? Niets minder dan de eerste conducteurloze motorwagens die in 1967 op tramlijn 27 in dienst gesteld zouden worden.


Plukfolder “Het beestje moet een naam hebben”, GVB, 1967.


Lijn 27 onderweg naar het Surinameplein en vandaar naar remise Havenstraat, zoals de R-schijf op de koplamp aangeeft. De foto is gemaakt op 12 juli 1963 bij "Het Gele Huisje" op de Prins Hendrikkade. Informatie over het huisje is te vinden in de bijdrage over lijn 11.
Foto Cees Pot

Historisch gezien klopte het niet helemaal, want conducteurloze motorwagens waren er al eerder geweest. In de jaren twintig maakte Amsterdam al kennis met de “EenManWagen”, kortweg de EMW.


De eerste dag van lijn 27: 405+804 op het Surinameplein, 10-9-1962.
Foto Hans Meijer.

Op die EMW’s werden wel kaartjes verkocht, behalve op lijn 22. De “conducteurloze” van 1967 kende echter geen kaartverkoop, dus in zoverre was er sprake van iets nieuws.


Drieassig tramstel 521+991 op de Postjesweg, 20-9-1962
Foto C. de Vree.

Lijn 27 werd op 10 september 1962 ingesteld als spitsuurversterkingslijn van lijn 17 op het traject Surinameplein – Kinkerstraat – Rozengracht – Centraal Station. In de avondspits kon op lijn 17 niet uitgestapt worden op haltes op het traject Centraal Station – Postjesweg/Hoofdweg. Uitstappers op dat traject werden verwezen naar lijn 27.


Tweeassig tramstel 412+754 op de Prins Hendrikkade, 22-2-1963.

Voor de tramhobbyisten was lijn 27 een belangwekkend fenomeen. Sinds 1945 had Amsterdam geen nieuw lijnnummer meer gekend. In dat jaar was een tijdelijke lijn 26 ingesteld die het tot in 1948 heeft uitgehouden.


Druk blauwe-wagenverkeer op de kruising Rozengracht/Marnixstraat, de 429 van lijn 27 onderweg naar het Surinameplein en de 458 van lijn 10 onderweg naar de Molukkenstraat, 28-5-1963.

Ook die lijn was een versterkingslijn, toen van lijn 9. Lijn 26 reed nooit op zondag, zoals lijn 27 nooit op zaterdag en zondag reed. De lijnkleuren van lijn 27 waren rood/geel/rood, dus de kleuren van de vroegere lijn 23. Er werd beweerd dat de nog aanwezige lijnkleurplaten van lijn 23 de doorslag hebben gegeven aan de keuze voor rood/geel/rood.


Lijn 27 met de 396 wacht zijn vertrektijd af op de Hoofdweg en wordt gepasseerd door de 635 van lijn 17, 28-5-1963.

Op lijn 27 verschenen blauwe wagens met bijwagens, alleen in de ochtendspits aangevuld met twee drieassige tramstellen. Al ingaande winterdienst 1963/1964 reden nog slechts tweeassers als gevolg van de nieuwe wagenverdeling die verordonneerde dat spitsuurtrams slechts met tweeassers dienden te worden gereden.


“Alleen vrijdag 4 moorkoppen voor 1.00”, wat een ontsporing van de 430 van lijn 27 al niet te weeg kan brengen, 15-12-1964.
Krantenknipsel.

Met ingang van de zomerdienst van 1967 reed lijn 27 uitsluitend met drieassers zonder bijwagen en met de winterdienst 1967/1968 verschenen drieassige “conducteurloze motorwagens” met bijwagens die als vanouds een conducteur kenden. Nadien is het met lijn 27 minder goed gegaan, blijkende uit het afnemen van het aantal ingezette dienstwagens, ook als gevolg van het steeds minder beschikbaar zijn van (bijwagen)conducteurs.


In de zomer van 1967 reden losse drieassers op lijn 27. De 519 op de Prins Hendrikkade, 22-6-1967.

Anderzijds kwam het meer en meer voor dat gelede trams op lijn 27 werden ingezet; sinds 1969 werden ook gelede trams ‘zelfbedieningswagens’ waarvoor dus geen conducteur meer nodig was.


“Bloedneuzen” op lijn 27. De 914+954 op de Prins Hendrikkade, 17-4-1970.

Lijn 27 eindigde zijn korte bestaan op 18 oktober 1971. Lijn 17 was ingekort tot zijn oorspronkelijke route Surinameplein – Centraal Station als gevolg van de komst van lijn 1 in Osdorp waarmee lijn 27 overbodig was geworden.


Drieassig stel 921+958 op het Surinameplein, 24-8-1971.
Foto Ab van Donselaar.

De jury die tot taak had de keuze te maken uit de talloze ingezonden naamvoorstellen, koos in 1967 voor de naam “dievenwagen”, dit tot grote verontwaardiging van toenmalig tramdirecteur Ybema.


Gelede wagen 585 in de Marnixstraat, 21-9-1971.
Foto wijlen P.H. Kiers †

Maar de van een gedeeltelijk rood geschilderd front voorziene motorwagens leidden tot de naam “bloedneus” en zo is het sindsdien gebleven, tot de drieassers in 1983 uit de dienst genomen werden.


De laatste rit van lijn 27, voor de gelegenheid met een blauw tramstel, toen al niet meer in reguliere dienst, 864 (464)+876, Surinameplein, 15-10-1971.

omhoog Routegeschiedenis lijn 27

1962 september 10 ingesteld Surinameplein-Hoofdweg-Postjesweg
-Kinkerstraat-Marnixstraat-Rozengracht
-Raadhuisstraat-N.Z. Voorburgwal
-Westelijke toegangsbrug-Centraal Station
 (terug Middentoegangsbrug). Alleen tijdens
 spitsuren
1971 oktober 18 opgeheven zie ook routegeschiedenis van lijn 17

Foto’s van de auteur, tenzij anders vermeld.

Cor Fijma - corfijma@amsterdamsetrams.nl
22.8.2007 

zie ook: Kopkoersborden en zijkoersborden van lijn  27 >>

laat een berichtje achter

omhoog

 

eXTReMe Tracker