Met loonsverhoging als
belangrijkste eis staakte van 31 maart t/m 4
april 1955 het Amsterdamse overheidspersoneel; van de ca. 4000
stakers werkten ca. 400 bij de tram en 500 bij de stadsreiniging; de
staking had een massaal karakter en ontving grote solidariteit van
de Amsterdamse bevolking; de staking werd opgeheven na toezeggingen
van het CNV, KABO en B.en W. Amsterdam.
Dirk
Willem Christiaan Neijssel 1922 - 2001
DE TRAMSTAKING VAN 1 APRIL 1955 ingezonden door zoon Dick Neijssel
Kleine en jonge
kinderen hebben die emotionele gevoelens nog niet zoals, de koude
rillingen over je rug voelen lopen, vochtige ogen krijgen of er rolt
zomaar een traan over je wang naar je kin. Neen, een kind heeft lol,
dus lacht, schatert of ... heeft verdriet en huilt, een kind is
kwaad en schreeuwt, is tevreden en koestert op moeders schoot. Zo
simpel is het kinderleven ... of niet.
Mijn gedachten gaan terug naar vrijdag 1 april 1955. De grote
Gemeente tramstaking van 31 maart t/m 4 april 1955 in Amsterdam is
net aangevangen. Op die vrijdagavond, omstreeks half acht 's avonds,
stond het bijna 7-jarige jongetje op de hoek van de Stalinlaan (nu
Vrijheidslaan) en de Kromme Mijdrechtstraat, aan de hand van zijn
moeder tussen al die andere vaders en moeders met hun kinderen. Zij
kijken naar die eindeloze rij van trams op weg naar de remise
Lekstraat.
Het jongetje met de blauwe ogen en het opgeknipt blonde koppie
huiverde en rilde bij het zien van dit tram -machtsvertoon. Want
zijn vader en een heleboel 'ooms', Ome Jack Roos, Ome Joop van
Willigenburg, Ome Jan van der Zee, Ome heleboel, hadden hier mee te
maken. De laatste week was hun woonkamer en de aangrenzende
slaapkamer in de beneden woning aan het Meerhuizenplein 34
voortdurend ontruimd en voorzien van stoelen met dikke planken
ertussen, waarop al die 'omes' plaats namen om heel lang te praten
over 'secundaire' arbeidsvoorzieningen, herclassificaties en een 10%
loonsverhoging.
Lijn 5 met de drieasser 514, afkomstig
van lijn 4. Staking van trampersoneel veroorzaakt een geïmproviseerde dienst, 3-4-1955.
Foto A.E.E. van Donselaar.
Wat dat betekende
wist hij niet, hij snapte er niks van, wel begreep hij dat als de
trambazen en Burgemeester 'd Ailly, de man met de ketting om zijn
hals die op de Dam Sint Nicolaas altijd zo aardig ontving, het goed
vonden, hij van de zomer een echte korte broek zou krijgen en geen
afgeknipte lange broek, die hij al twee hele winters had moeten
dragen.
En misschien kreeg hij de volgende winter wel gevoerde laarsjes in
plaats van die kaplaarzen waarvan je op je kuiten zo'n uitslag en
jeuk kreeg ... en misschien ook wel eens echte priklimonade of coca
cola of ...
Zijn vader en die 'Omes', met de blauwe overalls, voorzien van de
metalen ronde penning met nummer, hun zware schoenen met harde
neuzen, hun conducteurspetten en grove jassen, die had hij horen
zeggen, heel laat in de avond vanuit zijn bed, 't is genoeg, 't is
uit, we pikken het niet langer, op 31 maart STAAKT DE TRAM !
"De tram staakt" had hij gedacht, staakt?! Hij wist wel van de
Februaristaking, daar ging hij met zijn vader en moeder altijd naar
toe. Een grote rij van mensen, met kransen en bloemen. Daar bij het
beeld van die sterke man vlakbij het Waterlooplein. Daar kon je dan
je koude handen en voeten warmen bij een stalen mand met gloeiende
kooltjes. Gingen nu al die trams daar naar toe, zij hadden tenminste
gezegd, "de tram staakt".
Toen de laatste 'Ome' weg was en zijn vader kwam kijken of hij wel
sliep, had hij hem gevraagd: "Pappa, er kunnen toch niet zoveel
trams bij die sterke man (dokwerker) van de staking". "Maar jongen",
antwoordde vader, die onmiddellijk begreep wat zijn jongen bedoelde,
"een staking betekent niet gaan werken om de dure hoge heren te
laten zien, dat je bereid bent om te knokken voor meer geld voor
jouw vrouw en kinderen " en hij aaide met z'n grote eeltige hand
even door de blonde haartjes van z'n jongen en voegde eraan toe:
"als wij het nu winnen, zullen jij en je vriendjes het later ook
beter hebben en nu slapen!" Hoe laat hij die nacht in slaap viel,
wist hij niet meer, maar hij was moe die volgende ochtend.
De open blauwe
trams van lijn 4, de nieuwe lijn 25, de lijn 5 met een bijwagen met
de ingang in het midden en een verhoging op het achtereind, daverden
langs. Zij werden door de mensenmassa op de laan met applaus
beloond. Dat waren nog eens kerels, zij kwamen op voor hun rechten.
Hij voelde zich trots maar ook rillerig. Waarom had hij het nu koud
en zijn moeder van die rode ogen. De trams waren na één dag staking
de straat weer op gereden, omdat de burgemeester had beloofd met de
stakingsleiders, waaronder zijn vader, te gaan praten. De
burgemeester bleek echter op het afgesproken tijdstip geen tijd te
hebben. Hij dacht natuurlijk, "zo de trams rijden weer", maar dan
kende hij zijn Vader en zijn 'Omes' nog niet, want die hadden
gezegd, niet praten, "okay plat die handel", terug naar de remise.
De burgemeester moest maar weten dat het geen 1 april mop was, dat
moest 'ie' maar aan hem overlaten met zijn vriendjes van de
Meerhuizenschool. Zijn Vader was bezig met een echte STAKING en daar
hoorde geen geintjes bij.
Lijn 13 als
geïmproviseerde busdienst op de N.Z. Voorburgwal tijdens staking van
trampersoneel, 4-4-1955. Foto H.W.E. de Bock
Een STAKING waarop zijn vriendjes jaloers waren, hij hoorde ze
denken: "goh, ik wou dat ik zo'n vader had". Eén ding begreep hij
niet, waarom schreef de krant Het Parool nou, dat de stakingsleiders
in de gevangenis gestopt moesten worden en waarom wilde de meneer
van de vakbond, Ad Vermeulen, dat de stakers die lid waren van zijn
vakbond niet meededen. "Uittreden", schreeuwde hij ,"alle NVV-en
Abva leden uittreden". Dat had mijn Vader meer gehoord gaf hij die
schreeuwerige man als antwoord, "maar toen schreeuwden ze austreten".
Een vakbond is toch voor arbeiders en nu wilde die vakbond dat zij
met hun staking stopten en luisterden naar de KVP wethouder van
Wijck en de Gemeente bedrijfsdirecteuren.
Op maandag 4 april werd de staking beëindigd. Het werk werd hervat
nadat de Christelijke Bond van Overheidspersoneel en de Katholieke
Overheidsbond het voorbeeld van de EVC (Eenheid Vak Centrale)
volgden en de eisen en grieven van de stakers erkenden.
De jongen was toch
ook wel blij dat het werk was hervat. Nu kon hij weer naar de
remise, zijn vader z'n kuchie, in een krantje gewikkeld, brengen.
Een chocomelletje drinken bij Ome Nol de portier. Heen en weer
rijden in de immens grote kraanwagen op de schoot van zijn vader of
een ritje maken in de remise met lijn 4 of even naar het vuur kijken
van de smid.
Niets van dit alles, de jongen was niet meer gewenst in de remise
Lekstraat. Zijn vader en nog 61 collega's behoefden niet meer terug
te komen, zij waren geschorst, hetgeen tot hun ontslag moest leiden.
Zij hadden leiding gegeven aan een staking, zij hadden geknokt voor
hun 'vreten' met nog 4000 man. Dat nam burgemeester 'd Ailly en zijn
college niet, er moest boete gedaan worden voor hun verlies.
De werkelijke verantwoordelijken voor de staking waren de wethouder
en de directieleden van de Gemeentebedrijven die de
bezuinigingspolitiek uitvoerden. Zij waren schuldig en behoorden op
de plaats te staan van 62 eerlijke arbeiders die hun inzet met
ontslag zagen beloond. Alleen de leden van de gemeenteraadsfractie
van de CPN protesteerden heftig tegen deze ontslagen.
Dat jochie heeft toen niets over het ontslag van zijn Vader, zijn
stakingsheld, aan zijn vriendjes durven te vertellen. Dertig jaar
later werden alle stakers door de Gemeente gerehabiliteerd.
Opheffing van de
staking op 4 april 1955 - remise Lekstraat
Ook dertig jaar later, in 1985, werd datzelfde jochie herinnerd aan
die tijd, toen de gemeenteregenten het in de jaren 50 het nog te
vertellen hadden. Nu, op veel kleinere schaal; opnieuw werd hij
geconfronteerd met dezelfde hoofdrolspelers. Het ging opnieuw over
bezuinigingen. Toen in 1955 waren het een wethouder en de vakbond
die gezamenlijk arbeiders de mond wilden snoeren en kregen daarbij
de steun van het dagblad Het Parool met zeer tendentieuze
berichtgeving. In 1955 was het minister Beel en in 1985 was het
minister Brinkman die 'rucksichtslos' bezuinigingsoperaties
uitvoerden waardoor gezinnen naar bijstandniveau verhuisden.
Opheffing van de
staking op 4 april 1955 - remise Lekstraat
In 1983 presenteerde de wethouder zijn meerjarennota met o.a. een
bezuinigingscijfer gelijk aan de inkrimping van vijftien
speeltuinwerkers bij het Amsterdams Speeltuin verbond. Opnieuw was
daar die vader die als bondsbestuurder maar nu met zijn zoon -als
ondernemingsraadslid -aan zijn zijde, furieus reageerde. Zij
'mobiliseerden' vele speeltuinvrijwilligers voor een protestactie
bij een bezoek van minister Brinkman aan het Amsterdams stadhuis.
Het Amstelveld werd voor een dag omgebouwd tot een grote speeltuin.
Opheffing van de
staking op 4 april 1955 - remise Lekstraat
Vakbond Abva liet verstek gaan en protesteerde in het geheel niet
bij de Gemeente Amsterdam. In tegendeel zelfs, deze vakbond
belasterde in opdracht van de beroepsmatige directie van het
Amsterdams Speeltuin Verbond het bondsbestuur, bestaande uit
vrijwilligers. Zij gebruikte hiervoor het dagblad Het Parool. De
vakbond had haar keus gemaakt, op de bres voor falende
beroepskrachten in de directie en voor het afbreken van de
formatieplaatsen voor het personeel op de speeltuinen.
Dirk W.C. Neijssel hielp als lid
van de verboden Communistische partij in 1941 de februari staking
organiseren, In 1955 werd hij als één van de stakingleiders bij de
GVB ontslagen.
Achteraf bleek de achterliggende vakbondsgedachte; "die bond is toch
niet meer te redden met de aanstormende bestuurlijke reorganisatie
in Amsterdam (stadsdelen)". De Gemeente (jeugdzaken) maakte dankbaar
gebruik van deze vakbondsactie. De 15000 families tellende
Amsterdamse Speeltuin Bond werd in 1986 onder druk van de
Gemeentelijke beleidsmakers geliquideerd.
De vader kon als vrijwillige bondsbestuurder niet zoals in 1955
ontslagen worden. De zoon wel, hij werd eruit geflikkerd, ondanks
zijn lidmaatschap van de Ondernemingsraad, wegens onbetamelijk
gedrag naar de directie. Kinderen krijgen dus toch wat mee van huis.
Wat is de zoon blij het kind van een staker te zijn en niet die van
een MAFFER !!
(voor degenen die het niet weten: de
omschrijving van een maffer is; onderkruiper, werkwillige bij
stakingen)
Fragment OVT 2 april 2006 uur 1 (7,5 min.)
In Amsterdam was in 1955 een tramstaking. Paul van der Gaag spreekt
met Dick Neijssel, zoon van Dirk Willem Christiaan Neijssel, een van
de inmiddels overleden stakers van destijds.
Luister >>