Mediatijdlijn van de Amsterdamse tram
Geheugen van de Amsterdamse tram

<< naar intro mediatijdlijn

door naar 1900 >>

Share |

MEDIATIJDLIJN AMSTERDAMSE TRAM 1899
door Cees Pot
e-mail:
ceespot@amsterdamsetrams.nl

1899

28-1-1899
GEMEENTERAAD
Zitting van donderdag 26 jan., 's nam. 2½ uur.
Aan de orde werd gesteld een voordracht van B. en W. betreffende een geschil gerezen tussen de gemeente en de A.O.M. omtrent de uitlegging en toepassing van art. 18 der concessie. B. en W. stellen voor ingevolge art. 26 der concessie dit onderling geschil te onderwerpen aan de beoordeling van scheidsrechters. Aldus werd besloten.
Het bovenbedoelde geschil betreft het volgende: Men weet dat besloten is per 1 januari 1900 de onderneming der A.O.M. te naasten en het trambedrijf in eigen beheer te nemen. Nu is in de concessie van de A. O. M. bepaald (art. 18) dat, indien de gemeente na de naasting de exploitatie der tramlijnen zelve ter hand neemt en tot zich tegenover de A.O.M. verbindt, de exploitatie tot 1910 in eigen beheer te houden, de premie een zeker bedrag zal bedragen, terwijl, wanneer de gemeente zich niet verbindt tot eigen beheer, die premie hoger moet zijn. In de mededeling nu van de Gemeente aan de A.O.M. betreffende het besluit tot naasting gedaan, staat vermeld, dat zij, de gemeente, zich tegenover de A.O.M. verbindt de exploitatie van de tramlijnen dier vennootschap in eigen beheer te nemen en tot 1910 te houden.
Nog voordat de voordracht in die vorm door de raad was goedgekeurd heeft de directie van de A.O.M. de wethouder van Financiën erop gewezen dat in de concessie sprake is van de “exploitatie der tramlijnen”, en dat de toevoeging “dier vennootschap” uit de verbintenis moest geschrapt worden.
De A.O.M. is namelijk van mening te mogen eisen dat binnen het gehele gebied waarop zij ingevolge haar concessie recht van voorkeur heeft (en dat omvat nagenoeg de hele stad) de gemeente vóór het jaar 1910 geen tramlijnen aan derden in exploitatie zal geven. Dit door haar bedongen recht meent zij te moeten prijsgeven, indien in de verbintenis in plaats van exploitatie der tramlijnen gesproken wordt van exploitatie der tramwegen van de A.O.M.
De voordracht werd echter door de Raad onveranderd aangenomen, zodat dus ook de Raad meent dat in art. 18 slechts bedoeld is de exploitatie van de op het ogenblik der overneming bestaande lijnen der A. O. M.

3-2-1899
GEMEENTELIJKE TRAMDIENST EN ELEKTRISCH BEDRIJF.
Door B. en W. is bij de Raad een voordracht ingediend, waarin zij verklaren van mening te zijn, dat zo spoedig mogelijk moet worden overgegaan niet alleen tot de benoeming van een directeur van de tram, maar ook van een elektrotechnisch ingenieur. Reeds aanstonds zal het advies en de medewerking van beide te benoemen titularissen nodig zijn bij de verdere voorbereiding en uitwerking der plannen, die een gevolg zijn van de overneming van het trambedrijf op 1 Januari a.s. en die ten doel hebben uitbreiding te geven aan het thans bestaande tramnet.
Dat de nieuw aan te leggen tramlijnen met elektriciteit zullen moeten worden geëxploiteerd achten B. en W. niet twijfelachtig, terwijl die elektrische beweegkracht, zo niet aanstonds op alle bestaande lijnen, toch op een gedeelte daarvan zal moeten worden ingevoerd, wil men met goed gevolg uitbreiding geven aan de dienst. De stichting van een centrale inrichting tot levering der elektrische energie zal dus onvermijdelijk zijn; B. en W. menen echter daartoe eerst voorstellen te kunnen doen, nadat een deskundig ambtenaar zal zijn benoemd, die hun hierin kan adviseren en die later aan het hoofd der elektrische centrale inrichting kan worden geplaatst. Zij stellen derhalve voor over te gaan : a. tot benoeming, zowel van een directeur van de Gemeentelijke Tramdienst als van een directeur van het Gemeentelijk Elektrisch Bedrijf op een salaris van ƒ 6000 tot f 8000, nadat een openbare oproeping van sollicitanten voor beide betrekkingen zal hebben plaats gehad ;
b. tot stichting van een centrale inrichting voor de levering van elektrische energie.
Blijkens de overgelegde stukken steunt deze voordracht zowel op het advies van de Commissie van bijstand in het beheer der Gemeentebedrijven als op dat van de Directeur der Publieke Werken.
Naar de mening van de Commissie zal behalve voor de tram ook voor vele andere doeleinden reeds dadelijk van elektriciteit een nuttig gebruik kunnen worden gemaakt. En daarom bestaat ook z. i. behoefte aan een inrichting, die op grote schaal elektriciteit kan leveren en die van de aanvang af er op moet zijn ingericht, naar gelang der behoefte te kunnen worden uitgebreid. Waar de Gemeente de voornaamste afneemster van elektriciteit zal zijn, ligt 't volgens de commissie in de aard der zaak dat zij zelf een elektrische centrale inrichting opricht en exploiteert.
Deze inrichting zal naar haar oordeel moeten worden beheerd als zelfstandig bedrijf, dat wel in het trambedrijf zijn voornaamste afnemer vindt doch dat daaraan niet moet worden ondergeschikt gemaakt. De Commissie acht de te benoemen tramdirecteur met het oog op zijn uitgebreide werkkring niet de aangewezen man om aan het hoofd te staan van een elektrotechnisch bedrijf en om dit tot ontwikkeling te brengen. Al zijn werkkracht toch zal hij moeten aanwenden niet alleen bij het beheer en de exploitatie maar ook tot verdere ontwikkeling van het trambedrijf, en indien men hem nog tevens belast met het elektrotechnisch bedrijf, zal hij er onwillekeurig toe komen dit laatste te gaan beschouwen als bijzaak waardoor het gevaar loopt enigszins eenzijdig te worden ingericht en niet tot volle ontwikkeling te zullen komen. Vandaar, dat zij in overweging gaf de beide betrekkingen niet in één persoon te verenigen. De Directeur van P. W. wijst er in zijn rapport op, dat een centrale inrichting, die op zulk een grote schaal in de tram een geregelde afneemster van haar product vinden zal, tevens is aangewezen voor het voorzien in de behoeften, waartoe anders afzonderlijke inrichtingen moeten te hulp geroepen worden. Wat gemeentelijke behoeften betreft, komen z. i. voor stroomgebruik in aanmerking :
………………………………………………….
Indien de gemeentelijke elektrische centrale er op is ingericht in het bovenstaande te voorzien, dan zal deze inrichting reeds dientengevolge in staat zijn te voorzien in tal van behoeften van particulieren aan kracht en licht, zulks tot een prijs, die èn afnemers èn Gemeente zal ten goede komen, de kern der zaak, althans aanvankelijk, blijvende de grote levering aan de tram.
De Directeur deelt verder mede dat, zo de stichting van een afzonderlijke elektrische Havencentrale voor het oostelijk havengebied en voor de beperkte behoefte van heden mocht blijken technisch en financieel de voorkeur te verdienen boven bediening van de hefwerktuigen van uit de grote Gemeentelijke centrale, daaruit nog geenszins zou moeten afgeleid worden, dat van deze centrale voor de uitrusting van de verdere havenwerken geen nuttig gebruik, zoowel in het oosten als het westen, zou te maken zijn.

8-2-1899
DE A. O. M. EN DE GEMEENTE.
Door de gemeente zijn, in overeenstemming met de A. O. M., aangezocht om als scheidslieden op te treden in het geschil tussen deze beide partijen over de vraag of de gemeente na de naasting alleen de genaaste tramlijnen of ook alle toekomstige, tien jaar lang zelf moet exploiteren, de heren Jhr. Mr. C. M. Backer, G. A. Baron Tindal en Mr. I. B. Roelvink.

9-2-1899
GEMEENTERAAD.
Zitting van Woensdag 8 Februari.
ingekomen de volgende aan de raad gerichte stukken :
……………………………….
Verzoek van J. Friso Roorda, om in aanmerking te mogen komen voor de betrekking van administratief directeur voor het trambedrijf. In handen van B. en W. tot afdoening.
………………………………
95. Voordracht van B. en W., om hen uit te nodigen aan de Gemeenteraad voorstellen te doen:
a. tot benoeming, zowel van een Directeur van de Gemeentelijke Tramdienst als van een Directeur van het Gemeentelijk Elektrisch Bedrijf op een salaris van ƒ 6000 tot ƒ 8000, nadat een openbare oproeping van sollicitanten voor beide betrekkingen zal hebben plaats gehad;
b. tot stichting van een centrale inrichting voor de levering van elektrische energie.
De heer Kamerlingh Onnes wenst dat over b. eerst nog een deskundig advies aan de Raad zal worden uitgebracht, voordat de Raad daarvoor een krediet toestaat. Dat advies zou dan moeten worden uitgebracht door de benoemde directeur. De heer Van Leeuwen (Weth. van Fin.) zegt, dat dit in de aard der zaak ligt en dan ook in de voordracht is uitgesproken.
De heer Pijnappel wenst uit te spreken dat door aanneming van deze voordracht niets geprejudicieerd wordt over uitbreiding van de toepassing van elektriciteit. Spr. althans zou nog niet willen zien uitgemaakt dat in deze gemeente het trolleysysteem zal worden toegepast. De heer van Leeuwen zegt, dat B. en W. niet anders kunnen doen dan herhalen wat in de voordracht staat en dat de reserves die de heer Pijnappel maakt, elk lid voor zich zelf kan maken. De heer Pijnappel zegt alleen te hebben willen te kennen geven dat de Raad niet deelt de opvatting van den heer Lambrechtsen omtrent elektriciteitstoepassing.
De Voorzitter zegt dat dit ook de mening is van B. en W. De heer Muller verwondert zich over deze verklaring van B. en W. daar toch duidelijk in de voordracht wordt uitgesproken dat een uitbreiding zal worden gegeven aan het gebruik van elektriciteit. De Voorzitter zegt, dat zijn verklaring sloeg op het door de heer Pijnappel geuite bezwaar dat thans nog niets wordt besloten omtrent ondergrondse of bovengrondse geleidingen. De voordracht werd daarna goedgekeurd.

14-2-1899
Gemeente-Bedrijven.
B. en W. nodigen sollicitanten naar betrekkingen van
a. Directeur van de Gemeentelijke Tramdienst;
b. Directeur van het Gemeentelijk Elektrisch Bedrijf
zich bij gezegeld adres bij hen aan te melden vóór 1 maart e. k. Aan elk dezer betrekkingen zal een jaarwedde verbonden worden van 6000 tot 8000 gulden. Bij de sollicitatie moeten worden overgelegd een opgave van vroegere en tegenwoordige werkkring en verdere ter zake dienende inlichtingen.

15-2-1899
BRUG OVER DE BUITEN-AMSTEL.
Reeds sedert lang eisen de belangen van het verkeer, dat een nieuwe brug over de Amstel wordt gebouwd ten zuiden van de Hoogesluis. Het is bekend, dat bedoelde brug een schakel vormt in het uit te breiden tramwegennet. In verband met het Raadsbesluit van 12 oktober 1898, om de exploitatie der tram in eigen beheer te nemen, achten B. en W. dan ook thans het ogenblik aangebroken, om het plan tot het scheppen van een nieuwe verbinding tussen de Amsteldijk en de Weesperzijde nader uit te werken. Het maken van bedoelde brug in de richting van de as van de Ceintuurbaan vormt een onderdeel der werken, die aan de aanleg van een ceintuurtramlijn behoren vooraf te gaan. De brug is door B. en W. ontworpen met de as rechthoekig over de rivier, aan de linkeroever juist voor het oosteinde van de Ceintuurbaan en aan de rechteroever tussen de Ruyschstraat en de Blasiusstraat, zodat, van de brug komende, het verkeer naar verkiezing richting kan nemen door de Ruyschstraat of door de 1e Oosterparkstraat, welke laatste als hoofdroute en oostelijke verlenging der Ceintuurbaan beschouwd kan worden, terwijl beide genoemde straten de Staatsspoorweg kruisen. Voor bedoeld werk zal ƒ 400.000 nodig zijn. Een voordracht om tot de uitvoering over te gaan is door B. en W. bij de Gemeenteraad ingediend.

28-2-1899
In de St. Anthoniesbreestraat hoek Snoekjessteeg, is zaterdag een brandweerwagen in botsing gekomen met een tram. Het lamoen van de brandweerwagen brak en het paard werd gewond aan de lies. Van de tramwagen werden twee ruiten gebroken.

27-3-1899
TRAMPLANNEN TE ZAANDAM.
Bij de Raad der gemeente Zaandam is door Burg. en Weth. ter vaststelling aangeboden een ontwerp (van een) raadsbesluit om aan de heren T. Sanders, te Amsterdam, en H. Zwaardemaker Jzn., te Zaandam, de door hen d.d. Mei 1898 gevraagde concessie te verlenen tot de aanleg en de exploitatie van een tramlijn in die gemeente, van het Noordzeekanaal (Hembrug) tot aan de noordelijke grens der gemeente –Westzijde-) en waarvoor elektriciteit met bovengrondse geleiding (trolleystelsel) als beweegkracht zal te gebruiken zijn. (zie ook 13-10)

28-3-1899
TRAMPLANNEN TE ZAANDAM.
In zake de in ons vorig nummer vermelde aanvraag van de heren T. Sanders en H. Zwaardemaker Jzn., stellen Burg. en Weth. de Gemeenteraad voor de concessie te verlenen voor een tijdvak van 30 jaren. Na 10 jaar echter zal de gemeente tot een vastgestelde prijs bevoegd zijn de onderneming geheel of gedeeltelijk te naasten.
Ter verzekering van de goede nakoming storten de concessionarissen een som van ƒ8.000 als waarborg, welke som bij de aanvang der exploitatie wordt teruggebracht op ƒ 4.000.
De dienstregeling, zomede het tarief, moet de goedkeuring hebben van B. en W.
Op werkdagen worden tot 8 uur ‘sochtends werkliedenkaarten tegen het halve tarief beschikbaar gesteld.
Het personeel moet verzekerd zijn tegen ziekte, invaliditeit en ongelukken. De concessionarissen moeten zorg dragen zoveel personeel in hun dienst te hebben, dat aan ieder één rustdag per week kan verzekerd worden.
Als aandeel in de winst ontvangt de gemeente 5 procent van de bruto opbrengst, boven een bruto bedrag van ƒ 15 per dagkilometer der lijn Noordzeekanaal—Mallegatsluis (einde Zaandam).

1-4-1899
HET GEMEENTELIJK TRAMDEDRIJF.
In de laatste tijd zijn verschillende namen genoemd van personen, die in aanmerking zonden komen voor het directeurschap van de gemeentetram. Wij kunnen mededelen, dat voor die betrekking nog niemand is aangewezen en ook nog niemand bepaald op de voorgrond treedt.
Met de te benoemen elektrotechnicus op een traktement van ƒ 8.000, staat 't anders. Voor deze benoeming zal spoedig een voordracht de Raad bereiken.
Wij vernemen dat voorgedragen zal worden de heer Doijer, te Delft. Van de mededeling, in sommige bladen voorkomende, dat van enige Duitse elektriciteitsmaatschappijen aanbiedingen zouden ontvangen zijn om „het genaaste trambedrijf over te nemen en de tram te exploiteren," welke aanbiedingen door de Commissie voor de gemeentelijke bedrijven in „ernstige overweging" zonden zijn genomen, is niets waar. Er wordt van geen enkele aanbieding notitie genomen.

10-4-1899
Het politierapport vermeldt, dat door twee agenten een man is opgepakt, die, achter op een tram staande, zijn hond aan een touw het hele Rokin langs had meegesleurd. De man, die zich aan deze ergerlijke dierenmishandeling schuldig maakte, is naar het bureau St. Pietershal gebracht.

13-4-1899
Ook de gemeente Sloten heeft de wijzigingen in de aanleg van de elektrische tram Amsterdam—Haarlem, n.l. de beide banen op de twee bermen van de weg, goedgekeurd.

1-5-1899
DIRECTEUR VAN DE GEMEENTELIJKE TRAMDIENST.
B. en W. hebben bij de Raad een voordracht ingediend, waarbij wordt voorgesteld te benoemen tot Directeur van de Gemeentelijke Tramdienst, met ingang van de eerste Juni a.s., de Heer J. H. Neiszen, Adjunct-directeur der Gemeentewerken van Rotterdam, op een (jaar)salaris van ƒ7.000, en onder bepaling, dat dit salaris om de twee jaren zal worden verhoogd met ƒ 500, totdat het maximum van ƒ 8.000 zal zijn bereikt.

5-5-1899
DIRECTEUR GEMEENTE-TRAM.
De Raad (in zijn vergadering van 3 mei) benoemde tot directeur van de Gemeentelijke tramdienst de Heer J. H. Neiszen, adjunct-directeur der Gemeentewerken van Rotterdam. De benoeming gaat 1 Juni in.
Met de voordracht voor een elektrotechnisch directeur is men nog niet gereed.

13-5-1899
TRAMPLANNEN TE ZAANDAM.
In de Raad der gemeente Zaandam is Woensdag 10 Mei behandeld de concessieaanvraag van de heren Sanders en Zwaardemaker, tot het aanleggen en exploiteren van een tramlijn van de Hembrug tot Koog a/d Zaan, als een deel van het gehele plan, omvattende de lijn Hembrug-Wormerveer. Een bijzondere Raadscommissie had omtrent deze concessievoorwaarden na onderzoek een rapport uitgebracht, waarop van B. en W. een memorie van beantwoording was ingekomen. Naar aanleiding hiervan hadden de concessionarissen hun bezwaren tegen de voorgestelde bepalingen en wijzigingen kenbaar gemaakt door twee adressen aan de Raad. In het bijzonder gold dit de voorwaarde omtrent naasting, neergelegd in art. 21, waarvan zij bij al- of niet-aanneming in hun geest, de intrekking van het gehele plan afhankelijk stelden. De gehele voordracht werd (na de nodige discussie) aangenomen met 1 stem tegen.

25-5-1899
Gemeenteraad, zitting van 24 mei
Ingekomen zijn de volgende aan de Raad gerichte stukken:
Verzoek van Jhr. J. Ortt, gepensioneerd kapitein der veldartillerie te 's-Gravenhage, om bij eventuele vacature in aanmerking te mogen komen voor de betrekking van onderdirecteur of chef van het staldepartement bij het tramwezen. In handen van B. en W. ter afdoening.

23-6-1899
De voordracht, bij de raad (van Wormerveer) ingediend door B. en W., inzake de concessieaanvrage der heren Th. Sanders, te Amsterdam, en H. Zwaardemaker Jz., te Zaandam, voor het leggen van een elektrische tramweg met bovengrondse geleiding, werd aangehouden, totdat een inmiddels benoemde commissie van drie raadsleden in overleg met B. en W. enkele hoofdbepalingen nader zal onderzocht hebben.

24-6-1899
District III van “Vooruitgang” vergaderde in de “Poort van Muiden”, onder voorzitterschap van de Heer H. F. B. Hubrecht, voor het stellen van twee leden. Aftredend zijn de heren J. G. Schölvinck en J. P. M. Sterck.
Op de groslijst waren geplaatst de heren J. W. Bottenheim, C. H. den Hertog en Mr. F. S. van Nierop.
De kandidatuur-Van Nierop werd aanbevolen door de Heer Perel.
Den Heer v. Nierop wordt o. a. gevraagd hoe hij denkt over gemeentelijke exploitatie. De Heer Van Nierop zegt daarop, dat er geen sprake is van doden van particulier initiatief. Slechts daar, waar met medewerking van de gemeente een bedrijf wordt uitgeoefend, heeft zij besloten deze zaken in eigen exploitatie te nemen, en hier is toch niets tegen te zeggen. De gemeente deed dit reeds sedert lang, bijv. bij de straatreiniging en de brandweer. Men behoeft de concessionarissen heus niet te beklagen. Steeds werden zij van gemeentewege beschermd. Het was dus geen gewone industrie meer. Spr. verdedigt de overname der A. O. M. door de gemeente, en der gasfabriek, hetgeen noodzakelijk werd door de gasprijzen.
In het belang der burgerij was overname der tram nodig, omdat men tot oprichting van elektrische stations voor beweegkracht en beweging moest komen, en deze konden tevens benut worden voor de tram. Spr. gelooft gerust te kunnen zeggen, dat later zal blijken, dat de gemeente terecht verschillende bedrijven in eigen exploitatie hoeft genomen.
De vergadering besluit de heer mr. F.S. van Nierop en de heer C.H. den Hertog kandidaat te stellen voor de gemeenteraad.

1-7-1899
In de gisteravond in “Maison Stroucken” gehouden vergadering van de arbeiderskiesverenigingen van de S.D.A.P. werd o.a. het woord gevoerd door de heer P.L. Tak, die t.a.v. de tram zei, dat deze ook dienstbaar moet worden gemaakt aan het belang van de werklieden.

7-7-1899
Stremming van het verkeer.
B. en W. brengen ter kennis, dat tijdens het verbouwen van de basculebrug over de Nieuwe Prinsengracht in de Weesperstraat, het verkeer over die brug zal zijn gestremd, te beginnen op zaterdag 15 juli a.s., ‘s morgens om 6 uur, en dat voor het verkeer van voetgangers en trampaarden nabij deze brug een hulpophaalbrug is gebouwd.

15-8-1899
Door de politie werd hedenmiddag een man opgepakt, die in de Spuistraat een tramkoetsier had geschopt en geslagen. In de Rosmarijnsteeg wist hij zich los te rukken, met zoveel geweld, dat de politieagent over de straat rolde. Achtervolgd door een aantal mensen, vluchtte hij de N. Z. Voorburgwal op en de Sint Luciënsteeg in, waar hij door een voorbijganger werd beetgepakt. Tengevolge van de schok struikelde de plotseling in zijn vaart gestuite vluchteling en viel op het trottoir. Zijn vervolgers, die hem dicht op de hielen waren, wierpen zich op hem en brachten hem, onder toeloop van een groot aantal nieuwsgierigen naar het bureau.

17-8-1899
Ontwerp begroting 1900
De „Inkomsten van Gemeente-eigendommen en bezittingen" zijn hoger geraamd, ruim ƒ798.900. Daaronder is begrepen ƒ 81.000 als uitkering van de Gemeentelijke Tramdienst geraamd, een gelijk bedrag als waarmede op de vorige begroting onder Hoofdstuk IV der Ontvangsten voorkwam de post „Vergoeding van de Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij", welke nu vervalt.

22-8-1899
EEN STEVIGE BRAND.
Omstreeks kwart over vijven zondagmiddag sloegen plotseling vlammen uit de steiger van de Hollandse spoor, langs de Nieuwe Vaart bij de Oostenburgergracht. hetgeen, zoals van zelf spreekt, duizenden mensen naar dat punt deed stromen. Weldra was 't dan ook zwart van de mensen in de omgeving, terwijl honderden zich in roeibootjes op het nabij zijnde water bewogen. De brandweer, die voor de goederen en de lading der schepen vreesde, was spoedig met een talrijk materieel, waaronder de Jan van der Heijden, ter plaatse en haar optreden was nodig, want het vuur greep over een aanzienlijke lengte van de steiger verwoed om zich heen.
Het tramverkeer was door al de drukte geruime tijd opgeheven.

8-9-1899
Door een agent is gisteravond half acht van de Dam aan het bureau St. Pietershal gebracht een 16-jarige jongen, een venter van tramkaartjes, die aldaar rondzwierf en voorgaf sinds zeven dagen de ouderlijke woning ontlopen te zijn, omdat hij zijn tramkaartjes verloren had en nu niet thuis durfde komen. De ouders werden ter afhaling ontboden. Te half elf werd hij echter naar de ouderlijke woning gebracht, omdat de ouders weigerden hem af te halen.

20-9-1899
De heren Neiszen en Ressing, directeuren van de Gemeentelijke Tramdienst en van het Elektrisch Bedrijf, zijn gisteren, tot het doen van dienstreis, naar het buitenland vertrokken. Zij zullen een maand afwezig blijven en, met het oog op de inrichting van de hun toevertrouwde takken van dienst, verschillende grote steden van Duitsland, Frankrijk en Noord Italië bezoeken.

29-9-1899
GEMEENTERAAD. BRUG OVER DE AMSTEL.
De Gemeenteraad heeft gisteren met 34 tegen 4 stemmen aangenomen de voordracht van B. en W., tot het bouwen van een brug over de Amstel, in de as van de Ceintuurbaan en uitkomende aan de Weesperzijde, tussen Ruysch- en Blasiusstraten, van welk werk de kosten geraamd zijn op ƒ 400.000.
……..de nieuwe trambaan (kan) de spoorovergangen niet vermijden, tenzij met een afwijking van de ontworpen ceintuurweg.
Over de spoorovergangen, zo deelde de Wethouder van P. W. mede, wordt onderhandeld. Hij gaf echter als zijn mening te kennen, dat een rationele oplossing van de moeilijkheid slechts zou verkregen worden door verhoging van de spoorbaan, zodat tram-, rijtuig- en voetverkeer onder het spoor zouden doorgaan. Ten slotte werd de voordracht van B. en W. onveranderd aangenomen.

Te Koog aan de Zaan heeft de Gemeenteraad in beginsel besloten concessie te verlenen aan de heren Sanders en Zwaardemaker voor de aanleg van een elektrische tram, onder voorwaarde, dat de hoofdweg verbreed en nog enig dempwerk verricht wordt en zonder dat de gemeente subsidie geeft.
Eerst nadat genoemde heren zullen verklaard hebben, dat zij een concessie onder die hoofdvoorwaarden aanvaarden, zal de definitieve concessie behandeld worden.

30-9-1899
Aanleg van tramlijnen in de buurten XX en YY.
Door B. en W. is bij de Gemeenteraad een voordracht ingediend, waarbij zij, ten einde te bevorderen, dat de buurten XX en YY zo mogelijk in het aanstaande voorjaar van tramlijnen zullen zijn voorzien, voorstellen tot het doen aanleggen van tramlijnen met dubbel spoor :
1e . van het eindpunt der lijn Dam - Bilderdijkstraat door laatstgenoemde straat en de Eerste Constantijn Huygensstraat tot de Vondelstraat ;
2e . van de brug over de Buitensingelgracht bij het Weteringplantsoen door de Ferdinand Bolstraat en de Ceintuurbaan tot de Amsteldijk.
In de toelichting wordt medegedeeld, dat het de bedoeling is de aanleg zo te doen geschieden, dat de exploitatie zoo min mogelijk gehinderd wordt tijdens de eventuele aanleg van een elektrisch tramwegnet, waaromtrent B. en W. zich voorstellen, na voortgezette studie van het onderwerp, de nodige plannen ter goedkeuring in te dienen. Het indienen dier plannen is echter nog niet zo spoedig te voorzien, zeggen zij, dat in verband daarmede de thans voorgestelde voorlopige voorziening in de meest dringende behoefte zou mogen worden uitgesteld.
Deze voorziening, al kan zij geen blijvend karakter hebben, achten B. en W. volkomen te verantwoorden, omdat de kosten daarvan niet meer zullen bedragen, dan hetgeen gevorderd zal worden voor het leggen en later weer verwijderen van de rails, welke rails zodanig gekozen zijn, dat zij na voltooiing van de elektrische tramlijn daar ter plaatse, in andere wijken ten behoeve van het elektrische net kunnen worden gebezigd.
B. en W. beogen dus het onder zodanig profiel brengen van de verzakte straatbanen, dat zij naar alle verwachting niet op nieuw behoeven opgehoogd te worden bij eventuele elektrische aanleg, terwijl de nieuwe sporen zover buiten de as der straat gelegd moeten worden, dat tussen deze sporen die van de elektrische tram een plaats zullen kunnen vinden. Ofschoon het voorlopig in de bedoeling ligt de lijn in buurt XX als een verlenging te beschouwen van die door de Raadhuisstraat en Gedempte Rozengracht, en de lijn Dam—Ferdinand Bolstraat—Ceintuurbaan als een afzonderlijke lijn te exploiteren, menen B. en W. toch dat omtrent dit punt op dit ogenblik nog geen beslissing behoeft te worden genomen. Zij behouden zich voor dienaangaande te zijner tijd een bepaald voorstel te doen. Voorlopig geldt het slechts het nemen van zodanige maatregelen, dat zo spoedig mogelijk de wegbanen kunnen worden gereed gemaakt, opdat de voorgestelde tramlijnen in het aanstaande voorjaar voor exploitatie gereed kunnen zijn.
Uit de rapporten van de directeur der Publieke Werken en van de directeur van de Gemeentelijken Tramdienst, blijkt dat de kosten voor het in orde maken der wegbanen met bijbehorende werken en voor het leggen der tramlijnen bedragen: Voor de wegbanen met bestrating ƒ 105.000, voor de versterking brug Van Lennepkanaal f 1.600, aankoop en leggen van rails en wissels f 72.000, tezamen ƒ 178.600. Onder dit bedrag zijn niet begrepen de kosten voor het maken van een dam door of brug over de Overtoomsche Vaart, omdat B. en W. menen bij deze voordracht ongeprejudicieerd te moeten laten, de vraag van de demping der Overtoomsche Vaart, die het onderwerp van een afzonderlijke behandeling zal moeten uitmaken, en waarvoor het gereedmaken der wegbaan tot aan de Overtoomsche Vaart niet behoeft te worden opgehouden.
Evenmin is onder het hierboven genoemde bedrag iets begrepen voor de verbreding van de brug over de Singelgracht bij het Weteringplantsoen, welke verbreding in de overgelegde rapporten wordt besproken en een uitgave van ƒ 23.000 na zich zou brengen, doch naar het oordeel van de Directeur van de Gemeentelijke Tramdienst, die hieromtrent een onderzoek heeft ingesteld, door railverlegging zal kunnen worden ontgaan.

4-10-1899
TRAMPLANNEN AAN DE ZAANSTREEK.
Uit Koog aan de Zaan schrijft men ons: In een bericht uit Zaandam in het zesde blad van Zaterdag j.l. — betreffende de tramconcessie Zwaardemaker — is vermeld, dat het gehele tramplan in duigen is gevallen, hoofdzakelijk door de eisen van sommige gemeentebesturen, en wel voornamelijk van het bestuur van Koog aan de Zaan.
Is uw correspondent uit Zaandam wel goed ingelicht betreffende de eisen van Koog aan de Zaan, en gelooft hij werkelijk dat een tramplan, waar tonnen mee gemoeid zijn, door weigering van enkele duizenden guldens subsidie in duigen valt? De geruchten, betreffende het in duigen vallen, worden te Koog aan de Zaan slechts matig geloofd en geven daar meer de indruk van te zijn verspreid om Zaanse subsidies te doen vloeien. Wat de eisen betreft door Koog aan de Zaan gesteld, deze kunnen beslist billijk genoemd worden: de weg moet verbreed worden, anders kan de tram niet rijden, dit kan niet geschieden dan door demping van de hoofdsloot; 't is toch rationeel dat dit door concessionarissen geschiedt, en deze zullen zelf nooit anders gedacht hebben. Verder is tot eis gesteld dat een 80 tal zij- of havenslootjes worden gedempt omdat wanneer de hoofdsloot dicht gaat, deze in onhoudbare toestand zouden geraken, tengevolge van zogenaamd doodlopen. Al werd de eis voor de zijsloten niet opgelegd, dan waren concessionarissen toch reeds verplicht tot demping van een elftal, wanneer zij de weg verbreden, zodat deze eis tot 11! kan gereduceerd worden (onder welk getal slechts één grote sloot is).
Het gemeentebestuur, dat wel degelijk het belang van een tram begrijpt, is concessionarissen evenwel ter wille geweest door vele grote zijsloten niet ter demping op te geven, hoewel dat feitelijk ook hoogst noodzakelijk was. Dit zijn alle gestelde eisen van enig belang, en nu kan het bestuur verweten worden dat subsidie geweigerd wordt, doch deze grief zal men ook moeten laten varen, wanneer men de toestand kent. Ten gevolge van de nieuwe toestand, door het aanleggen van een tram is uitbreiding van het tonnenstelsel nodig voor Koog: dit alleen wordt voor die gemeente geraamd op een vermeerdering van uitgaven van ƒ 4000 per jaar, werkelijk een belangrijk bedrag voor een gemeente van 3000 zielen, waar de belasting toch reeds hoog is. Welnu, het gemeentebestuur heeft gemeend, waar de ingezetenen, tengevolge van de tram, reeds zooveel zwaarder belast zullen worden, geen subsidie te moeten geven, hetgeen als een wijze maatregel van beheer mag aangemerkt worden en waar misschien alleen een concessionaris niet mede tevreden is. Te Koog aan de Zaan heeft men veel op met de elektrische tram, doch men hangt er liever zich niet aan op. Uw berichtgever uit Zaandam oordele minder hard over Koog. Tout savoir est tout pardonner.

9-10-1899
GEMEENTERAAD.
De Gemeenteraad zal Woensdag 11 dezer, te 1 ¼ uur, een openbare vergadering houden, ter behandeling van : 809. Voordracht van B&W tot het doen aanleggen van tramlijnen met dubbel spoor:
a. van het eindpunt der lijn Dam—Bilderdijkstraat door laatstgenoemde straat en de Eerste Constantijn Huygensstraat tot de Vondelstraat;
b. van de brug over de Buitensingelgracht bij het Weteringplantsoen door de Ferdinand Bolstraat en de Ceintuurbaan tot de Amsteldijk.

Elektrische trams en voetgangers.
Er schijnt sprake van te zijn om onze paardentrams in elektrische dito's te veranderen.
Houdt men daarbij wel de nodige rekening met de staat van onmondigheid, waarin ons publiek, als voetganger, nog verkeert? Hoeveel slachtoffers maken de snorrend voortglijdende elektrische wagens nog in landen, waar voetgangers reeds lang geleerd hebben op zichzelf te passen! En slaat men dan het verkeer in onze straten eens gade, dan beeft men bij de gedachte, hoe het zijn zal, wanneer door die straten nog elektrische trolleys zullen aangelegd zijn. Het moet ieder, die veel in het buitenland verkeert, opvallen, hoe weinig orde er bij het verkeer in onze straten heerst, hoe onopmerkzaam, hulpbehoevend, voetgangers zich daarin bewegen. Van rechts of links houden, noch bij voertuigen, noch bij het publiek een spoor. Alles dwarrelt en rijdt dwars door elkaar of tegen elkaar. Voetgangers lopen bij voorkeur op het pad, waar eigenlijk slechts paarden en voertuigen thuis behoren, en gaan dan liefst nog tussen de tramlijnen lopen of zelfs blijven daar een gezellig praatje staan houden. Maakt men hen attent er op, dat zij daardoor het verkeer stremmen, dan zullen ze verontwaardigd antwoorden, dat ze toch vrij zijn te lopen waar zij willen. Ik noem dat een misplaatst begrip van vrijheid, grenzend aan bandeloosheid. Nog een ergerlijke gewoonte, in Duitsland onder andere strafbaar gesteld, is, dat lieden, met hinderlijk gereedschap, zoals slagers met vleesmanden, melkslijters met een juk emmers, schilders en anderen met lange ladders, bij voorkeur de trottoirs onveilig maken.
Kan tegen dergelijke misstanden, in het belang van het algemeen, geen strenger toezicht uitgeoefend worden ?
Ik mag, wanneer tenminste mijn stukje door u wordt opgenomen, niet te veel plaatsruimte van u vergen; anders zou ik nog even willen uitweiden over de onwelwillendheid van het publiek tegenover wielrijders. Ik vergenoeg mij dus er voetgangers op te wijzen, dat botsingen, die in negen van tien gevallen door de onwelwillendheid en de onoplettendheid van „voetgangers" onvermijdelijk worden, als regel met een ongeluk voor de wielrijder eindigen en dikwijls met ernstige lichamelijke letsel voor de „verwenste" fietser gepaard gaan.
U dankend voor de opname, ben ik, mijnheer de redacteur, met alle achting,
Uw abonnee.

13-10-1899
GEMEENTERAAD.
Zitting van Woensdag 11 oktober, 's nam. 1 ¼ uur. Behalve de in ons overzicht op blz. 13 en het zittingsverslag op blz. 6 vermelde zaken werden ook nog behandeld: " Adres van T. Sanders en H. Zwaardemaker Jzn., houdende aanvrage om concessie voor de aanleg en de exploitatie van een tramlijn van de grens dezer gemeente bij de Hembrug, door de Amsterdammerpolder over de Spaarndammerdijk en het Spaarndammerplein, door de Spaarndammerstraat tot op het Nassauplein. In handen gesteld van B. en W. tot preadvies.

VEERDIENST OVER HET IJ.
Tot aanschaffing van een tweede boot ten behoeve van het gemeentelijk overzetveer in het IJ werd B. en W. een krediet van f 30,000 toegestaan. Aanvankelijk hadden zij f 20,000 gevraagd voor een kleinere boot, doch op advies van de directeur van de Gemeentelijken tramdienst was besloten, een voorstel tot het maken van een grotere boot te doen, in verband met eventuele toeneming van het verkeer met de overkant van het IJ, en het in exploitatie brengen van de gemeentegronden aldaar.

28-10-1899
In het bekende belangrijke geschil tussen de Gemeente en de A. O. M. is heden bij breed gemotiveerd vonnis, door de benoemde scheidslieden: Jhr. Mr. C. H. Backer, A. G. baron Tindal en Mr. J. B. Roelvink, uitspraak gedaan.
Arbiters verenigden zich met het door de Gemeente ingenomen standpunt, en beslisten dienovereenkomstig, dat art. 18, sub 1, der A O M. verleende concessie onder de woorden “der tramwegen" moeten worden verstaan de tramwegen der A.O.M., alzo de tramwegen, door haar tot het tijdstip der naasting aangelegd en geëxploiteerd, en dat alzo de gemeente kon volstaan met de verbintenis, die zij had aangeboden, daardoor het recht verkrijgende, om — gelijk zij verlangde — tegen betaling van de laagste premie de onderneming der A.O.M, te naasten. Voor de Gemeente werd gepleit door de Gemeente-advocaat, Mr J. Kappeyne van de Coppello, voor de A. O. M. door Mr. F. A. Molster.

15-11-1899
GASTRAMS.
Namens de „Traction Development Cy. Ltd." (De “Eerste Nederlandsche Gas-Tractie-Maatschappij”) is aan de Gemeente het voorstel gedaan, van die maatschappij in bruikleen te ontvangen een zeker aantal gastramwagens ter exploitatie van een of meer gemeentelijke tramlijnen met gastrekkracht. De maatschappij biedt aan geheel en al voor het technische gedeelte der exploitatie te zorgen; zij zal bij aanneming van het voorstel het gas betrekken van de gemeentelijke gasfabrieken voor de gewone prijs van zeven cent per m3. Zij zorgt voor de installatie, werking en onderhoud der benodigde vulstations, levert de bestuurders der wagens en verder technisch personeel en belast zich met onderhoud en reparaties der wagens, voor zover dit machine- en drijfwerk betreft. Alle andere kosten, zoals lonen voor conducteurs en controleurs, directie en administratie, reiniging en onderhoud van de weg, reiniging en onderhoud van de wagenkasten, komen ten laste der Gemeente, die ook de regeling hiervan op zich neemt. De maatschappij verlangt voor de huur der wagens, voor onderhoud daarvan en voor het leveren van en toezicht houden op de trekkracht, met inbegrip van de vulstations, de som van ƒ 34,25 per wagen en per dag. Zij is ook bereid in de morgenuren, voordat de geregelde dienst aanvangt, arbeiderstrams te laten lopen. Zij wenst een eventueel contract aan te gaan voor een minimum tijdvak van twee jaren. De gastrams zullen zitplaatsen bevatten voor 18 passagiers binnen en staanplaatsen voor 5 passagiers op het voorbordes en 7 passagiers op het achterbordes, zijnde in het geheel 30 passagiers.

21-11-1899
In verband met het aanstaand overgaan van het trambeheer aan het Gemeentebestuur, ontvingen wij enige opmerkingen van lezers, die enige kleine verbeteringen opnoemen, welke zij menen, dat bij die gelegenheid zouden kunnen ingevoerd worden. Naar onze mening is het raadzamer die wenken rechtstreeks te doen toekomen aan de nieuwbenoemde gemeentelijke directeur van het tramwezen; men heeft dan de zekerheid, dat de opmerkingen het juiste adres bereiken.

27-11-1899
GEMEENTERAAD.
De Gemeenteraad zal Woensdag 29 dezer, ten 1¼ ure, een openbare vergadering houden ter behandeling van: 1003. Voordracht van B. en W. tot vaststelling van een verordening omtrent het beheer van de gemeentetram en van een tarief voor het vervoer;

29-11-1899
Door de Elektriciteitsmaatschappijen Helios en Union is een adres gezonden aan de Gemeenteraad naar aanleiding van de voordracht van B. en W. ter zake van de aanleg op proef van een elektrische tramlijn Haarlemmerplein—Leidscheplein, aan te drijven uit een tijdelijk station, dat gevestigd zal worden in de stallen aan de Brouwersgracht, welke per 1 jan. 1900 van de Amsterdamsche Omnibusmaatschappij zullen overgenomen worden.
Adressanten bieden aan voor hun rekening bedoelde lijn elektrisch in te richten, waaronder verstaan wordt de levering en complete montage der bovengrondse geleidingen, der elektrische railverbindingen, alsmede van tien stuks compleet ingerichte elektrische motorrijtuigen (waaronder twee voor reserve). Zij verklaren zich bereid op nader overeen te komen voorwaarden, doch zo, dat de gemeente geen risico loopt, gedurende het tijdvak van één jaar na begin van de dienst de benodigde elektrische energie voor de exploitatie van deze lijn te leveren. Na afloop van het proefjaar zal het de gemeente vrij staan de aanleg tegen de kostende prijs over te nemen, of wel aan adressanten weer ter beschikking te stellen, tenzij een nieuwe overeenkomst tot voortzetting der elektrische exploitatie op de lijn mocht getroffen worden.

30-11-1899
GEMEENTERAAD.
Zitting van Woensdag 29 Nov. Ingekomen is een
Adres van C. Coerper, directeur der Elektricitäts-Aktiengesellschaft „Helios", te Keulen-Ehrenfeld, en van Dr. J. D. Otten, gevolmachtigde der Elektricitäts-Gesellschaft „Union", te Berlijn, houdende aanbieding om voor hare rekening een elektrisohe tramlijn Haarlemmerplein—Leidscheplein in te richten volgens een nader te treffen overeenkomst. Bij de voordracht

1-12-1899
GEMEENTERAAD.
TRAMBEDRIJF.
In de gisteren gehouden zitting van de Gemeenteraad is de voordracht van B. en W., om de tramlijn Leidscheplein—Marnixstraat—Haarlemmerplein te veranderen in een elektrische lijn met bovengrondse geleiding, goedgekeurd; zelfs werd op voorstel van den heer Korthals Altes besloten deze lijn door te trekken (door de Plancïusstraat) tot aan de Zoutkeetsgracht. De heer Altes had een verder strekkend voorstel gedaan, n.l. om de lijn voort te zetten tot aan het Barentszplein, ten einde op die wijze de westelijke handelsinrichtingen nu reeds aan het tramnet aan te sluiten; maar daartegen verzette zich, naar de wethouder Van Leeuwen mededeelde, de toestand van de brug over de Zoutkeetsgracht, die eerst voor tramaanleg moet worden ingericht. De voorlopige verordening op de gemeentelijke tramdienst, die, gelijk men weet, 1 januari a. s. begint, en het voorstel, om voorlopig de bestaande dienstregelingen en tarieven te bestendigen, werden goedgekeurd.

2-12-1899
Het politierapport meldt, dat in bewusteloze toestand naar het Binnengasthuis is vervoerd een persoon, wonende te Alkmaar, die in de Reguliersbreestraat van de tram stappende, gevallen was. Bij aankomst in het Gasthuis bleek hij reeds overleden te zijn. De familie is ervan in kennis gesteld.

4-12-1899
Een man, die onder de invloed van sterke drank verkeerde, sprong aan de Stadhouderskade van de tram, maar kwam daarbij in volle vaart tegen een van de tegenovergestelde kant komende tramwagen. Hij kreeg daarbij een verwonding aan het hoofd, die in het Binnengasthuis werd verbonden.

7-12-1899
Ingezonden brief:
Het voorstel van de weledele heer Korthals Altes en het Raadsbesluit van 29 nov. jl.
Voor en tijdens deze gemeenteraadszitting circuleerde ter tekening onderstaand adres:
„Aan den Gemeenteraad. De ondergetekenden, allen inwoners van bet stadsgedeelte Westerdoksdijk, Barentszstraat, Planciusstraat en omgeving, richten zich tot Uw vergadering met het dringend verzoek, nu de tramlijn Leidscheplein—Haarlemmerplein omgebouwd zal worden met toepassing van elektrische beweegkracht, die lijn gelijktijdig door te trekken tot het Barentszplein, opdat genoemde buurten eindelijk ook eens in het vooruitzicht mogen delen van opgenomen te worden in het tramverkeer, gelijk bij het ontwerpen van bovengenoemd stadsgedeelte van gemeentewege werd voorgespiegeld. Door deze uitbreiding, die op voordelige wijze aan het tegenwoordig voorstel is te verbinden, zal tegelijk het verkeer uit genoemde buurten afgeleid worden van de gevaarvolle Westerdoksdijk, die tegenwoordig nagenoeg geheel in beslag genomen wordt door de beide spoorwegmaatschappijen voor 't rangeren van haar treinen.
Dit belang van een enigszins verwaarloosd stadsgedeelte in de zorg van uw college aanbevelend, tekenen adressanten, enz. enz.”.

Echter kwam het gelijkstrekkende voorstel van de heer Korthals Altes in de raad, hetwelk gewijzigd als bekend werd aangenomen. — En waarom gewijzigd ? Omdat de brug aan de Planciusstraat over de Zoutkeetsgracht ongeschikt is voor het tramverkeer!! Ziedaar dus het bezwaar. — Maar wat hier als bezwaar heeft gegolden, mocht eigenlijk geen bezwaar zijn; want niet alleen is deze brug ongeschikt voor 't tramverkeer, maar van het ogenblik af, dat zij gemaakt werd, was zij ongeschikt zelfs voor 't algemeen verkeer.
Reeds lang toch wacht hier een toestand op verbetering, die in beginsel foutief is aangelegd, en er valt als redenen genoeg op dit bruggetje (den grootse naam van brug kan zij onmogelijk dragen) te wijzen; doch ik vrees, dat ik al te uitvoerig zou worden.
Dit evenwel kan ik onze geachte heren raadsleden ernstig in overweging geven: gaat er heen en overtuigt U, en gij zult zien, dat zij voor elke passage te smal is en, dikwijls opengedraaid, niet meer dicht wil, enz. Dat zovéél geld besteed wordt, en. . . vaak minder nuttig of doeltreffend.... aan andere stadsgedeelten, men hier niet had behoeven te schromen om eindelijk eens tegemoet te komen aan een toestand, die sinds jarenlang op verbetering wacht, en die nu door uitbreiding van dit handelskwartier meer en meer wordt vereist, en het gevaar van 't verkeer in het hier bedoeld stadsgedeelte terecht, zoals het adres zegt, door het tramverkeer meer afgeleid zal worden. Derhalve vleien adressanten zich van bovengenoemd adres, dat de tramlijn Leidscheplein-Haarlemmerdijk zal worden doorgetrokken tot het Barentszplein, inclusief verbetering van de brug over de Zoutkeetsgracht.
U dankzeggend voor de verleende plaatsruimte,
met de meeste hoogachting,
J. Hellingman Czn.”

13-12-1899
Nog een paar weken en we rijden in gemeentetrams met stedelijke koetsiers en conducteurs en stedelijke paarden. Gewoonlijk bemerkt het publiek er weinig of niets van wanneer een bedrijf in andere handen overgaat, omdat alles zo zijn gewone gang blijft gaan, maar in dit geval zal men toch rekening dienen te houden met de datum van overneming. Na 31 december a. s. zullen namelijk de thans in gebruik zijnde tramkaartjes niet meer geldig zijn; de kaartjes die thans aan kiosken en elders verkocht worden, zijn reeds gestempeld: „niet geldig na 31 December 1899". Men moet dus zijn kaartjes opmaken, of ze in wisselen tegen nieuwe. Die nieuwe kaartjes zullen reeds in de tweede helft van deze maand kunnen worden uitgegeven, dank zij een overeenkomst welke de A. O.M. met de gemeente heeft aangegaan en volgens welke die nieuwe Gemeentetram-kaartjes gedurende de twee laatste weken van dit jaar reeds geldig zullen zijn.
Houders van abonnementskaarten (voor verlaagd tarief bij het vervoer vóór 's morgens tien uur) en houders van schoolkaarten kunnen hun tegenwoordige kaarten gebruiken gedurende de eerste veertien dagen van het volgend jaar. In het eind van deze maand of het begin van de volgende zullen door de gemeente aan de abonnees de nieuwe formulieren ter invulling worden gezonden.
De som, die de Gemeente voor de naasting heeft te betalen, bedraagt ongeveer zeven miljoen gulden.

15-12-1899
TRAMKAARTJES.
Ons bericht over de geldigheidsduur van de tramkaartjes behoeft enige aanvulling. 't Ligt nl. niet in de bedoeling de tegenwoordige kaartjes van de A. O. M., welke na 31 december waardeloos zullen zijn, inwisselbaar te stellen tegen Gemeentelijke tramkaartjes. Wel zullen, ten gerieve van het publiek reeds veertien dagen vóór de overneming de nieuwe kaartjes verkrijgbaar worden gesteld.

STRAATVERLICHTING, uit een voordracht van Ir. Van Loenen Martinet
Men zou b. v., nu een elektrische tram door de Marnixstraat gelegd wordt, het Leidscheplein tot de Vondelstraat kunnen verlichten door de stroom van die tram. Daarvoor zouden 9 palen nodig zijn, waaraan ook gasgloeilicht kan bevestigd worden, om dat b. v. des nachts te branden. Deze verlichting zou jaarlijks aan exploitatie kosten ƒ 3000 (op het ogenblik ƒ 1000).

29-12-1899
PALEIS VOOR VOLKSVLIJT,
In de gistermiddag gehouden vergadering van aandeelhouders stelde de heer C. A. A. Dudok de Wit de vraag of de grond vóór het Paleis aan de vennootschap behoorde. De Heer Van Hall antwoordde hierop: „Niet tot aan de fontein, maar toch zover dat de tram over grond van het Paleis heen loopt." Spr. deelde mede, dat de A. O. M. tot dusver daarvoor ƒ200 betaalde. Men was thans in onderhandeling met het gemeentebestuur en er was geen reden om te onderstellen, dat deze zaak niet geregeld zou worden.

 
<< naar intro mediatijdlijn

door naar 1900 >>

Verantwoording en disclaimer:
Cees Pot heeft voor de totstandkoming van deze tijdlijn de database van de website "Historische kranten in beeld" geraadpleegd. Deze website is een initiatief van de Koninklijke Bibliotheek. Deze instantie heeft ons toestemming verleend voor publicatie op deze wijze.

* Soms komen er in de artikelen fouten en onjuistheden voor. Om wille van de authenticiteit is besloten deze ongewijzigd te laten.

laat een berichtje achter

omhoog

 
 

 

eXTReMe Tracker