Bijdragen van Tom Mulder
Geheugen van de Amsterdamse tram

<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

Tramcolumn 77

Share |

SPEELGOED EN WACHTWAGENS (060910)
door Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl

Natuurlijk hebben wij onszelf wel eens afgevraagd wat nu de reden was en is van onze populaire tramhobby. We hebben daar al zoveel vragen over gehad. Nou, hier is het antwoord: een tramwagen is gewoon een heel groot stuk speelgoed voor grote en kleine mannen.

Natuurlijk wisten wij dat al, maar hebben dat nooit tegen niet-hobbyisten geroepen, omdat we ons een beetje geneerden voor onze fantastische liefhebberij met speelgoed zo groot als de werkelijkheid. We probeerden er toch een serieus tintje aan te geven en probeerden bij het discussiëren over de trams er een ernstig gezicht bij te trekken. Het was ook een beetje gênant om deze liefhebberij voor anderen te verklaren. Daarom genoten we van de trams samen met andere hobbygenoten.
Maar toch zag je altijd anderen, dus normale mensen, met een bijna meewarige blik onze kant opkijken. Maar wat maakte het uit? Wij beleefden en leefden het plezier met onze hele grote blauwe Dinky Toys.

In de laatste topjaren van de blauwe wagens, 1963-1964, leefde elke hobbyist met de constante angst van verongelukte blauwe wagens. Het gebeurde met onder meer de 409, 413, 427 en de 430. Iedere flinke beschadiging betekende het einde van de blauwe wagens. Laat ik eens een lijstje maken van grote tramhappenings. Bovenaan dat lijstje staat natuurlijk de indienststelling van de lijnen 17 en 27. Wat een onwerkelijke megahappening! Het voelde toen echt als een cadeau. Dat werd gevolgd door de winterdienst 63-64 toen de blauwe wagens over het hele tramnet verschenen. Verder was er de hernieuwde indienststelling van lijn 5 in 1961 nadat deze lijn een paar maanden eerder was opgeheven. We moeten natuurlijk ook de drie wachtwagens niet vergeten: meestal blauwen het grootste deel van de dag met helaas minimale intuiging, die bestond uit een regeltje van een haltebord achter de voorruit, dat door de bestuurder werd gekozen als door hem op een bepaalde lijn hulp werd gevraagd.

Maar dan kon je tenminste, als het zo uitkwam, met een twee-asser naar Osdorp of Slotermeer. Ik kan me nog wel herinneren, dat wachtende passagiers op het Stationsplein in de verste verte niet wisten, waar deze slecht ingetuigde tram naar toe ging. Zelfs niet na een mededeling via de aanwezige luidsprekers op het Stationsplein. En de would-be-passagiers keken vervolgens alle (verkeerde) kanten op. Hoe fantastisch de wachtwagens ook waren voor de passagiers toch waren deze enkele motorwagens maar een zeer slechte optie door de zeer beperkte ruimte, die ze hadden. Zie je het voor je tientallen wachtende passagiers, in verband met de vertraging, die met zijn allen in een blauwe motorwagen moesten als deze kwam voorrijden op de Nieuwe Zijds of de Westermarkt of op een brug in de Leidsestraat. Het is bijna een grapje! Maar het idee was leuk bedacht!

Als je dit soort verhalen leest besef je, dat het voor het GVB-personeel vaak heel hard werken was door het gebrek aan goed en eigentijds materieel. Hetzelfde gold natuurlijk voor de al eerder genoemde Sinterklaasextra’s, die op ijzig koude winteravonden werden ingezet. Om het maar niet eens nog eens te hebben over de materieelinzet in het midden van de 50-er jaren. Het was toen ook vaker erg koud,glad en nat, denk aan de winter van 1956. Toen ook gingen veel Amsterdammers ‘s avonds met de tram. Zelfs in de moderne drie-assers was het steenkoud. De enige warmte kwam eventueel van een andere passagier, die in de buurt stond. Helaas leken de meeste andere passagiers in de verste verte niet op Marilyn Monroe of Jayne Mansfield.

Eventuele fouten voorbehouden (red.)

 
<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

omhoog

laat een berichtje achter

 

Bezoekersteller

eXTReMe Tracker