Bijdragen van Tom Mulder
Geheugen van de Amsterdamse tram

<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

Tramcolumn 50

Share |

Trambestuurders gevraagd (deel 2) (220110)
door Tom Mulder -
tommulder@amsterdamsetrams.nl

Ook bij de drie-assers werd gereden met een schakelwiel op de schakelkast. De schakelkast stond links van de bestuurder. En werkte in principe hetzelfde als de schakelkast van een twee-asser. Er was een voordeel. Bestuurders van drie-assers konden zitten. Verder waren de drie-assers voorzien van een pedaal voor het remmen met de magnetische blokken, eentje voor het remzand en natuurlijk een pedaaltje voor de trambel. Rechts voor de bestuurder bevond zich de handrem, die soepeler leek te werken dan de handrem bij twee-assers.

Bij de gelede wagens was het weer anders. Of eigenlijk moet ik zeggen, dat er bij iedere nieuwe gelede tramserie grote verschillen waren in de besturing. Neem de serie kleine gelede wagens 551-587, die later werden verbouwd tot de dubbel gelede wagens 851-887.
We keken in het begin van ‘de gelede tijd’ onze ogen uit door het getinte glas naar de bestuurderscabine. Je kon nu alle handelingen van de bestuurder weer zien. Het schakelwiel had plaats gemaakt voor een schakelstang. Deze stang bij de kleine gelede wagens leek heel veel gemakkelijker dan het grote schakelwiel van de twee- of drieassers. Het leek wel of deze vereenvoudiging werd bedacht voor de talrijke bestuursters. Zij hoefden nu veel minder inspanningen te leveren. De stang stuurde een servomotor aan, waardoor het schakelen eenvoudiger ging.
Na een flink aantal jaren hoorde je uit de schakelkast vreemde, technisch ongezonde herriegeluiden komen. Na een goede twintig jaren werd de stang bij de eerstvolgende revisie weer vervangen door het ouderwetse schakelwiel van kleiner formaat, omdat de servomotoren langzamerhand de geest gaven. De handrem was bij de eerste gelede wagens vervangen door een eenvoudige drukknop, die je als je stilstond ingedrukt moest houden. Later werd de drukknop vervangen door een stangetje, wat je alleen maar hoefde om te zetten. Weer later bediende de laatste stand van de rij en remstang de handrem. Je loste de handrem pas als je weer ging rijden. Dus in de eerste rijstand.
De 635-ers hadden weer een ander servosysteem, waar je als bestuurder met een soort wijzer kon aflezen, hoe je schakelde.


21 afbeeldingen
Alle foto's gemaakt door Tom Mulder in de jaren '80 en '90
Voor het bekijken van deze foto's is een Flash Player vereist

Bij de 670-ers werden de motoren elektronisch aangestuurd met slechts een minimaal rijstangetje, dat eerst geruime tijd werd uitgeprobeerd bij de proefwagens 570 en de 652. Ze reden altijd op lijn 7. Je moest als bestuurder wel schakelen, maar de elektronen rekenden zelf uit hoe hard ze moesten rijden. In de bestuurderscabine bevond zich nog een palletje en als je dat omzette, reed de elektroon niet sneller dan de eerste afdeling. Uiteraard hadden de gelede wagens pedalen voor de magnetische blokken, voor het remzand en de elektrische bel. Daarnaast was er nog een pedaal voor de ’gewone’ ouderwetse trapbel. Toen er bij de eerste gelede wagens ook nog bij de bestuurders een microfoon stond, was er een pedaal waarmee de microfoon werd in- en uitgeschakeld. Vanzelfsprekend werd de bestuurdersmicrofoon later onnodig bevonden en weer weggehaald. Bij de tramseries, die volgden, was de bediening weer totaal anders.
Bij de Combino’s, de nieuwste tramserie, werd weer teruggegaan naar de oorsprong van de besturing. De rij en rempedalen verdwenen weer. De bestuurderstang kwam terug, maar was wel veel kleiner in omvang. Ik heb geprobeerd wat te vertellen over het tramrijden. Een van de mooiste beroepen in het land. Er zijn mogelijk van die perioden, dat het GVB behoefte heeft aan goede bestuurders. De instructie heb je al gehad. Dus wat let je!

Eventuele fouten voorbehouden (red.)

 
<< terug naar index Tramcolumns

volgende column >>

omhoog

laat een berichtje achter

 

Bezoekersteller

eXTReMe Tracker