Zoals alle
trambelangstellenden zit ik me al jaren af te vragen waar die
traminteresse vandaan is gekomen en wat de oorzaak is van deze
trambelangstelling. We raken er nooit over uitgepraat. Ja, ik werd als
peuter echt de Unions van lijn 18 ingeduwd/getild. Een paar jaar later
werd ik dagelijks geconfronteerd met de echte trams, de Siemens
Shuckerts van tramlijn 12, die bijna door het klaslokaal van mijn
kleuterschool en de lagere school heen reden.
Beugelzwaaien van mw. 393 op 10 mei
1947
Of ik werd in de
stad geconfronteerd met de reusachtige tramtreinen, met hun prachtige
claxons, van de Noord-Zuidhollandse Vervoermaatschappij. Ze pasten door
hun lengte niet eens op de haltes van het GVB. De ver vooroorlogse
1200-en van lijn 13 waren nietige trammetjes vergeleken met de
klassieke, massale tramtreinen van de NZH. Zonder het GVB-personeel te
beledigen, keek ik altijd met grote bewondering naar de NZH-bestuurders,
die toch in hun eentje zo’n grote tramtrein, bestaande uit drie grote
rijtuigen, bestuurden. En die ze zonder blikken of blozen door de
spitsuurdrukte van de Raadhuisstraat, de Rozengracht en de De
Clercqstraat heenloodsten. Het was een wonder, dat dit allemaal lukte
met die smalle NZH-sporen! Uiteraard gingen andere ‘weggebruikers’ wel
aan de kant als er een NZH-stel aan kwam en dat ook nog onderweg was
naar Zandvoort! Was er een mooiere baan voor die bestuurders? Als ik
zo’n NZH-stel zag, werd ik automatisch heel jaloers.
Lijn 11 op het tijdelijk kopeindpunt Prins
Hendrikkade, 14-8-1954. Er is kennelijk iets mis met de beugelbok. Tram-
en PTT-personeel kijkt belangstellend toe.
Zowel op de tram
als op de bestuurder, altijd keurig met NZH-pet! Alleen op de bestuurder
natuurlijk. Wij hadden de snelle, stoere blauwen van lijn 3, die bij
wijze van spreken de baas speelden van het GVB. De Siemens Shuckerts van
lijn 12 leken altijd heel voorzichtig en bescheiden onderweg naar de
Oostzaanstraat of het Centraal Station. Ze konden niet sneller door de
vele enkelspoortrajecten op de Haarlemmerdijk/staat en de wisselplaatsen
waar eventueel op een tegenligger werd gewacht. De lijn 3-stellen reden
in mijn ogen met schijnbaar dubbele snelheid, vergeleken met de Siemens
Shuckerts van lijn 12, van de Zoutkeetsgracht naar het Muiderpoort
Station. Op het Haarlemmerplein leek altijd wel een tram aanwezig. Of
het was een lijn 12-stel of er stond een blauwe van lijn 3 passagiers te
laden of te lossen met de Haarlemmerpoort op de achtergrond. In de
laatste week van lijn 12 vertelde één van de vaste lijn 12-bestuurders
op het voorbalkon, dat hij naar lijn 3 ging na het einde van lijn 12. Ik
dacht toen nog ‘dat wordt een stuk harder werken’. Ik kwam hem zes jaar
later weer eens tegen toen ik een krantenwijk had in Slotervaart. De
lijn 12-bestuurder was voor mij magisch geworden.
Het Haarlemmerplein
was in de 50-er jaren vanzelfsprekend, met twee tramlijnen, een
belangrijk onderdeel van het GVB-netwerk. Enkele jaren daarvoor kon je
op het Nassauplein nog naar de regelmatige verrichtingen kijken van het
zeer bejaarde lijn 18-materieel. Het beugelzwaaien van de kleine Unions
met hun witte balkons of de tweelingtrams, of de Bergmanwagens leek
bijna een kermisattractie. Iedereen keek naar die fascinerende
gebeurtenis en of dat wel in één keer zou lukken! Als het voor elkaar
was, kon weer naar Sloterdijk worden geschommeld. Het leek allemaal zo
vanzelfsprekend! Totdat helaas besloten werd, dat lijn 18 niet meer van
deze tijd was en zou worden vervangen door bejaarde GVB-autobusjes van
voor de oorlog. Weg was de lijn 18-tramromantiek van het Nassauplein en
de Haarlemmerweg. Gelukkig bleven de antieke lijn 12-stellen nog even
voor wat tramleven zorgen en werd constant voorzichtig (bonk,
bonk...)over de Nassaupleinbruggen gereden. Daarna verdwenen de lijn
12-stellen weer onder het spoorwegviaduct op weg naar de Oostzaanstraat.