GVB
gemeenteveren
door: Cor Fijma
Op 1 september 2011
was het honderd jaar geleden dat de Gemeenteveren -
een van de voorlopers van het Gemeentevervoerbedrijf - zich gingen bezig
houden met het fenomeen “personenveren”. Veren waren er in de waterrijke
stad Amsterdam al eerder. Maar in 1911 werd besloten heuse gemeenteveren
voor personenvervoer in te stellen op verbindingen die niet per tram
konden worden gerealiseerd. Autobussen speelden in die tijd nog geen rol
nadat een experiment met bussen op lijn 14 in 1908 was mislukt.
Op 1 september 1911 verscheen de gemeentelijke veerdienst voor
personenvervoer op lijn I. Vijftig jaar later – het was 1961 – was het
met de gemeentelijke veerdiensten bijna gedaan. Maar het was slechts
uitstel van executie. Met ingang van het jaar 1971 waren er geen
personenveren meer. Maar zie daar, in 1985 begonnen de veerdiensten een
tweede leven dat tot op de dag van vandaag voortduurt.
Genoemde lijn I onderhield de verbinding De
Ruijterkade-IJkade-Boorstraat. Op 18 maart 1915 verscheen een lijn II op
de route Javakade-Oostelijke Handelskade-Verbindingsdam. Op 1 maart 1920
kwam lijn III in dienst op de verbinding De
Ruijterkade-Distelweg-Zijkanaal I, op 18 januari 1923 gevolgd door lijn
IIIa op de route De Ruijterkade-Tuindorp Oostzaan. Lijn IV kwam op 17
maart 1928 als verbinding De Ruijterkade-IJbosch-Nieuwendam. Op 28
december 1953 werd lijn IV verlengd naar Schellingwoude om per 5 april
1954 te worden gesplitst in twee lijnen: IV De Ruijterkade-Nieuwendam en
IVa De Ruijterkade-Schellingwoude. Daarbij is het gebleven.
Het gebruik van lijnkleuren, bij de tram zo bekend, werd ook bij de
veerdiensten toegepast: lijn I wit, lijn II rood, lijnen III en IIIa
groen, lijn IV geel en lijn IVa blauw
Opheffingen waren er ook. Op 3 juni 1930 verdween lijn I en op 10 mei
1940 kwam het einde voor lijn II. Op 26 januari 1958 hield ook lijn IIIa
het voor gezien.
Afbeelding: gemeenteblad waarin de
opheffing van lijn IIIa
wordt bekend gemaakt
Zoals trams en autobussen de Duitse bezetters tot buit hebben gediend
moesten ook de gemeenteveren hun bijdrage leveren aan snode plannen van
de bezettende macht. Bij de bevrijding in 1945 bleken slechts twee van
de elf vaartuigen nog in Amsterdam aanwezig te zijn. Vier boten werden
teruggevonden in Duitsland en de overige vijf schepen lagen in Den
Helder, Haarlem, Harderwijk en Vlissingen, voor het merendeel gezonken.
Het vervoeren van passagiers per veerboot was slechts een bescheiden
loot aan de GVB-stam. Zo waren tijdens het gemiddelde spitsuur in 1957
zes boten in bedrijf tegen 155 trams en 124 autobussen.
Het jaar 1961 markeert een bijna volledige opheffing van de
veerdiensten. Het zou nu toch de bus worden die te hulp zou worden
geroepen. Een probleem vormde de smalle Schellingwouderdijk die
eigenlijk geen busverkeer toeliet. Heel handig heeft het GVB toen een
handeltje gepleegd met de N.V. Geldersche Tramwegen die drie zogenaamde
micro-bussen, afkomstig van de stadsdienst Deventer, in de aanbieding
had. Het was niet de eerste bussenhandel tussen beide bedrijven. De
micro-bussen kwamen vervolgens in dienst op de nieuwe buslijn 31
Insulindeweg-Schellingwouderbrug-Schellingwoude-Nieuwendam waarmee het
lot van lijn IVa op 21 augustus 1961 was bezegeld.
Op de overgebleven lijnen III en IV werd de dienst per laatstgenoemde
datum beperkt tot de spitsuren waarbij lijn IV werd ingekort tot de
Boorstraat. Het definitieve einde voor lijn III kwam op 31 oktober 1968
na de ingebruikneming van de IJ-tunnel en als hekkesluiter werd ingaande
1 oktober 1971 lijn IV opgeheven.
boot XIII als lijn IIIa, Tuindorp Oostzaan,
25-1-1958
Foto P.H. Kiers †
Boot XIII als lijn IV, Nieuwendam, 19-8-1961
Boot XIII als lijn IV, De Ruijterkade, 19-8-1961
Boot VI als lijn IVa, Schellingwoude, 19-8-1961
Buslijn 31 als vervangend vervoer voor veerlijn IVa,
Schellingwouderbrug, 22-2-1962
De wedergeboorte van de veren vond plaats in 1985. De aanleiding daartoe
was de woningbouw aan het IJ-plein. Op 15 maart 1985 ging de veerdienst
De Ruijterkade-IJplein van start op maandag t/m vrijdag. Daartoe kwamen
in dienst de drie schepen genummerd 30-32.
De ervaringen met deze veerdienst smaakten kennelijk naar meer. Op 23
september 1986 verscheen een tweede veerdienst, nu onder de benaming
“waterbus”, op de route Motorkade-Snoekjesgracht-Wagenstraat (alleen in
die richting), in de avonduren verlengd naar de Amstel bij theater
Carré. Daartoe kwam het schip 35 beschikbaar. Deze “waterbus” werd
echter op 29 augustus 1987 opgeheven.
Anno 2011 zijn er vijf veerverbindingen die bestemd zijn voor
voetgangers en (brom)fietsers.
- Houthavenveer: NDSM-werf – Tasmanstraat
- NDSM-werfveer: Centraal Station – NDSM-werf
- Buiksloterwegveer: Centraal Station – Buiksloterweg
- IJpleinveer: Centraal Station – IJplein
- Distelwegveer: Distelweg – Tasmanstraat
Om deze verbindingen uit te voeren zijn beschikbaar elf vaartuigen,
genummerd 32-35 en 50-56.
Buiksloterwegveer, veer nr. 41 (thans nr. 53), 6-10-1996
Veer De Ruijterkade-IJplein, veer nr. 32, 10-9-2000
Foto’s van de auteur tenzij anders vermeld
Bronnen:
“Contact”, huisorgaan voor het personeel van het Gemeentevervoerbedrijf
Amsterdam, jaargangen 1947, 1959, 1961
Website van het GVB
Met dank aan Chris Vonk voor de jongste gegevens
Cor Fijma - corfijma@amsterdamsetrams.nl
2 november 2011
|